Bij het prepareren van onze bloembollen bootsen we de winter na in een koelcel. Preparatie vindt met name plaats bij bollen die bedoeld zijn voor de tulpen broeierij. Een tulp heeft een koude periode nodig voor de strekking van de stelen en om tot bloei te komen. Normaal krijgen tulpen hun koude periode ’s winters buiten in de grond. Door tulpen kunstmatig een koude periode te geven komen ze eerder tot bloei dan de natuurlijke bloeitijd. De koude periode bij tulpen begint bij een temperatuur onder de negen graden. De bol heeft een koude periode nodig van 10 tot 16 weken. Zodra de tulpen kou gehad hebben zijn deze klaar om gebroeid te worden. Zo zijn er het hele jaar tulpen verkrijgbaar.
Ontwikkelstadium
Bij tulpenbollen worden verschillende temperaturen aangehouden. Voor de bloemontwikkeling in de bol wordt er gestart met een warmere temperatuur. Voor het bepalen van de goede temperatuur moet altijd eerst het ontwikkelingsstadium van de bloem bepaald worden. De ontwikkelstadia zijn: I, II, P1, A1, A2 en G. Zo kunnen we de juiste temperatuur en de duur in de koelcel bepalen.
Stadium I
Bladvormende periode. Nog geen bloemaanleg; het groeipunt is iets ingedeukt.
Stadium II
Begin van bloemaanleg. Het groeipunt staat nu bol.
Stadium P1
Hierbij wordt de buitenste krans van bloembladeren gevormd.
Stadium P2/A1
Hier bij wordt de binnenste krans van bloembladeren gevormd.
Stadium A2
De binnenste krans van meeldraden wordt aangelegd.
Stadium G
De stamper wordt gevormd.